Buiten Nederland is financieren van groene installaties met equipment als onderpand (lease) een zeer gebruikelijke financieringsvorm. Bijvoorbeeld bij de financiering van windmolens, biogasinstallaties en zonnestroom projecten. Ook in Nederland wordt deze financieringsvorm steeds populairder.

Deze andere insteek van financieren kan ervoor zorgen dat (onderdelen van) installaties die niet zo makkelijk door banken worden gefinancierd, toch gefund kunnen worden. In dit blog gaan we in op de centrale rol van de onderliggende waarde van de asset bij leaseoplossingen.

Equipment als basiszekerheid voor financiering

Het uitgangspunt bij lease is dat de assets (de installatie of bepaalde onderdelen van de installatie) de centrale zekerheid vormen voor de financiering. De gebruiker betaalt een maandelijkse vergoeding voor het gebruik. Na de afgesproken looptijd neemt de gebruiker het object of de installatie over of hij geeft de equipment terug.
Eigenlijk precies zo als bij het leasen van een auto.

Echter: het is met bedrijfsmachines vaak net zoals met een nieuwe auto, zodra hij de showroom uitrijdt daalt de waarde enorm. Vooral bij installaties die moeilijk zijn te verplaatsen of zeer specifiek installaties kan de marktwaarde snel teruglopen. Hierdoor ontstaat een groot verschil tussen de waarde van de onderliggende equipment en het nog openstaande gefinancierde bedrag. Dit financieringsgat wordt een serieus probleem voor de financierende partij wanneer de gebruiker zijn betalingsverplichting niet meer nakomt.

Gat tussen marktwaarde en financieringsbedrag

Wat betekent dat in de praktijk? Een machine wordt over een aantal jaren lineair afgeschreven, maar de marktwaarde daalt niet lineair. In de eerste jaren daalt die namelijk veel sterker dan in de laatste jaren. En dat terwijl in de eerste jaren het bedrag dat aan rente en aflossing betaald moet worden vaak omgekeerd evenredig is. In die eerste jaren wordt relatief veel rente betaald en relatief weinig ‘aflossing’. Net zoals bij de hypotheek van een huis dus.

Zo gebeurt het dat er binnen afzienbare tijd een enorm gat ontstaat tussen de marktwaarde en de financiering. Er ontstaat een zogenaamd financieringsgat. Als financiers ergens een hekel aan hebben, dan is het daaraan. Omdat de financiering dan dus niet volledig gedekt is, ontstaat er een (te) groot risico voor de financierende partij.

Als groene leasemaatschappij is het ons doel om groene investeringen mogelijk te maken die anders niet tot stand zouden komen. Daarbij kijken we vooral naar creatieve manieren om het ‘risico-gat’ te dichten, waardoor financiering toch mogelijk wordt. We hebben verschillende mogelijkheden in ons arsenaal om dit probleem op te lossen.

Oplossingen voor het onderliggende waardetekort

Een potentiële tweedehands koper zal meer willen betalen als hij de equipment kan kopen bij de oorspronkelijke leverancier, de equipment geserviced is én met garantie wordt geleverd. Daarom sluiten we graag terugkoopgaranties of re-marketing garanties af met de oorspronkelijke leverancier. Door een aflopende terugkoop garantie te geven, neemt de leverancier dan een stukje van het restwaarde risico van de leasemaatschappij over, zodat de equipment makkelijker financierbaar wordt.

Andere veel gebruikte mogelijkheden:

  • andere machines (die reeds gebruikt worden in het project) toevoegen als extra zekerheid voor de financiering;
  • verpanding van subsidies zoals de SDE+ (Subsidie Duurzame Energie);
  • vestigen van een tweede hypotheek op de grond.

Zo kun je op creatieve manier het financieringsgat dichten en daarmee financiering makkelijker mogelijk maken. Dit alles zorgt er wel voor dat regelen van een lease tamelijk veel werk kan zijn. Om dat te kunnen bereiken is kennis en inzicht nodig en het nodige aan spitwerk om het gehele plaatje rond te breien. 

Door deze aanpak hebben we al ettelijke projecten kunnen helpen realiseren die anders niet tot stand zouden zijn gekomen. En dat is waar het ons om gaat.

Praktijkvoorbeeld:
Financiering van een nieuwe biogasmotor voor een bestaande biogasinstallatie

Het gaat hier om een nieuwe biogasmotor voor de opwekking van groene elektriciteit. Deze wordt in een container bij een bestaande biogasinstallatie geplaatst. Via een operational lease wordt de motor aan de boer in gebruik gegeven. De boer betaalt bij ondertekening van de overeenkomst een eerste termijn van 10% van de aanschafwaarde. Vervolgens betaalt de boer 7 jaar lang een vastgesteld kwartaalbedrag. Na afloop van de 7 jaar kan hij kiezen om de motor voor 12% van de aanschafwaarde over te nemen, of hem aan ons terug te geven.

Met de motorleverancier tekenen wij een onderhoudscontract én een re-marketing overeenkomst. In deze laatste overeenkomst zegt de leverancier toe om de motor voor ons te verkopen indien de boer niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De waarde waarvoor hij de motor zal proberen te verkopen ligt minimaal op de bij ons nog openstaande financieringssom op het moment dat de boer niet meer betaalt. Mocht de leverancier de motor niet voor dit bedrag kunnen verkopen, dan vult hij het tekort aan tot een maximum van (in dit geval) € 35.000.

Mocht het nog openstaande bedrag € 175.000 zijn en de leverancier weet de motor tweedehands te verkopen voor € 185.000, dan krijgen wij onze € 175.000. Het verschil van € 10.000 is dan winst voor de leverancier. Mocht ie de motor voor slechts € 130.000 verkopen, dan maken zowel leverancier als wij verlies. Hiermee is het belang gelijk. We willen allen een zo hoog mogelijke opbrengst. De leverancier is degene die het beste in staat is deze te realiseren. Daardoor is het risico voor ons als leasemaatschappij sterk gereduceerd en kunnen we een dergelijke leasetransactie aangaan.

Elke maand onze laatste artikelen ontvangen?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief ➜